Bedrijven beginnend met W

Woordenblad ei

Woordenblad ei

1 pagina

Woorden:
de geit – de ei – de kei – de teil – de wei – de trein – de klei – de prei – klein – de eik – de eikel – het zeil – het paleis – de keizer – het meisje – de pleister – het gewei – het eiland – de aardbei – de kapitein

Woordkaarten klein - niveau 1

Woordkaarten klein - niveau 1

35 kaarten + 1 label, 9 pagina's

Woorden:
huis - ui - lui - bui - duif - muis - uil - kuil - buis - vuil - tuin - buik - duim - kuit - vuist - kluif - fruit - druif - pruim - fluit - trui - spuit - bruid - bruin - pruik - kruis - struik - hij kruipt - hij buigt -  hij huilt - hij zuigt - hij fluit - zij duikt - hij snuit - zij ruikt

Tips voor gebruik: zie 'Woordkaarten - waarom en hoe?' in de Handleiding over de ui.

Woordkaarten ei – klein niveau 1

Woordkaarten ei – klein niveau 1

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
geit – ei – wei – kei – prei – klei – klein – teil – eik – trein – zeil

Woordkaarten oe - klein niveau 2

Woordkaarten oe - klein niveau 2

27 woordkaarten + 1 label, 7 pagina's

Woorden:
voetbal - doelpunt - hoekschop - voetbalschoen - moeder - boerin - boerderij - kalkoen - meloen - pompoen - citroen - bloempot - bloesem - woestijn - oerwoud - toekan - groente - groenteboer - groentesoep - handschoen - boekenkast - paddenstoel - tamboerijn - hoefijzer - hoefsmid - koekenpan - kangoeroe

Tips voor gebruik: zie 'Woordkaarten - waarom en hoe?' in de Handleiding over de oe.

Woordkaarten ie - klein niveau 1

Woordkaarten ie - klein niveau 1

27 woordkaarten + 1 label, 7 pagina's

Woorden:
riem – wiel – ziek – hiel – knie – wiek – lief – fiets – tien – vier – drie – gier – mier – vlieg – stier – dief – biet – priem – friet – zij giet – hij vliegt – hij niest – hij fietst

Tips voor gebruik: zie 'Woordkaarten - waarom en hoe?' in de Algemene Handleiding

Woordkaarten ui - klein niveau 1 + lidwoorden

Woordkaarten ui - klein niveau 1 + lidwoorden

35 kaarten + 1 label, 9 pagina's

Woorden:
het huis - de ui - lui - de bui - de duif - de muis - de uil - de kuil - de buis - vuil - de tuin - de buik - de duim - de kuit - de vuist - de kluif - het fruit - de druif - de pruim - de fluit - de trui - de spuit - de bruid - bruin - de pruik - het kruis - de struik - hij kruipt - hij buigt - hij huilt - hij zuigt - hij fluit - zij duikt - hij snuit - zij ruikt

Tips voor gebruik: zie 'Woordkaarten - waarom en hoe?' in de Handleiding over de ui.

Woordkaarten ei – klein niveau 1 + lidwoorden

Woordkaarten ei – klein niveau 1 + lidwoorden

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
de geit – het ei – de wei – de kei – de prei – de klei – klein – de teil – de eik – de trein – het zeil

Woordkaart IJ - A4

Woordkaart IJ - A4

1 pagina

Om in het lokaal op te hangen als geheugensteuntje.

Woorden:
het ijs (kernwoord) - de pijl - de lijm - de vijf

Woordkaarten ie - klein niveau 1 + lidwoorden

Woordkaarten ie - klein niveau 1 + lidwoorden

15 woordkaarten + 1 label, 4 pagina's

Woorden:
de riem – het wiel – ziek – de hiel – de knie – de wiek – lief – de fiets - de tien – de vier – de drie – de gier – de mier – de vlieg – de stier – de dief – de biet – de priem – de friet – zij giet – hij vliegt – hij niest – hij fietst

Tips voor gebruik: zie 'Woordkaarten - waarom en hoe?' in de Algemene Handleiding

Woordkaarten oe - groot

Woordkaarten oe - groot

17 woordkaarten + 1 label, 9 pagina's

Met lidwoorden. De klankgroepen worden aangeduid d.m.v. stippen.

Woorden:
het boek - de boer - de koe - de poes - loes - de boerin - de boerderij - de pompoen - de kalkoen - de groente - de groenteboer - de voetbal - de voetbalschoen - de koekenpan - de paddenstoel - de boekenkast - de kangoeroe

<<  1 [23 4 5  >>