Materialen

1 pagina

Woorden:
de geit – de ei – de kei – de teil – de wei – de trein – de klei – de prei – klein – de eik – de eikel – het zeil – het paleis – de keizer – het meisje – de pleister – het gewei – het eiland – de aardbei – de kapitein

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
geit – ei – wei – kei – prei – klei – klein – teil – eik – trein – zeil

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
de geit – het ei – de wei – de kei – de prei – de klei – klein – de teil – de eik – de trein – het zeil

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
eikel – keizer – paleis – meisje – aardbei – pleister – breiwerk – kapitein – eiland – gewei - reiger

11 woordkaarten + 1 label, 3 pagina's

Woorden:
de eikel – de keizer – het paleis – het meisje – de aardbei – de pleister – het breiwerk – de kapitein – het eiland – het gewei - de reiger

10 kaartjes, 1 pagina

Beginnen met het startkaartje (kop van de rups) waar rechts een plaatje op staat. Kaartje aanleggen met het woord dat bij dit plaatje past. Rechts is weer een nieuw plaatje, enz. Als de rups goed wordt gelegd, is de staart van de rups het laatste kaartje.

Woorden:
ei - geit - trein - kei - prei - klein - wei - teil - klei

10 kaartjes, 1 pagina

Beginnen met het startkaartje (kop van de rups) waar rechts een plaatje op staat. Kaartje aanleggen met het woord dat bij dit plaatje past. Rechts is weer een nieuw plaatje, enz. Als de rups goed wordt gelegd, is de staart van de rups het laatste kaartje.

Woorden:
meisje - pleister - keizer - paleis - kapitein - eiland - gewei - aardbei - eikel